Stichting Redesigning Society, Reframing Studio, TU Delft, VU Amsterdam, Altrecht, Dimence, Espria/GGZ Drenthe, GGZ Eindhoven, GGZ Noord-Holland-Noord, GGZ Oost Brabant, Karakter, Landelijk Platform GGZ, Kwintes, Lister, MIND, Mondriaan, De Opvoedpoli en Parnassia Groep
Gezondheid & Zorg
Ontwerpers Femke de Boer en Lotte Jacobse van Reframing Studio werken samen met onderzoekers, filosofen, zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen aan een nieuwe GGZ in 2030 – met een nieuwe visie op psychisch welzijn waarin psychisch lijden niet langer als individueel probleem wordt beschouwd, maar als een interactieprobleem. Het zijn de complexe interacties binnen mensen, tussen mensen en tussen mensen en hun omgeving die ervoor zorgen dat mensen vastlopen. In deze interacties kunnen patronen ontstaan die de problemen in standhouden.
Hoe krijg je zo’n enorm systeem in beweging, en hoe richt je dat vervolgens in? En welke KEM(’s) gebruikte Redesigning Psychiatry, zoals het megaproject heet, daarbij?
Femke de Boer van Reframing Studio, dat gespecialiseerd is in het ‘reframen’ en opnieuw inrichten/ontwerpen van grotere of kleinere systemen: ‘Tien jaar geleden hebben wij een app gemaakt in opdracht van GGZ-instelling de Parnassia Groep voor mensen die stemmen horen. De app Temstem bestond uit taalspelletjes, waarmee dat deel van de hersenen die stemmen veroorzaakt werd afgeleid; en dat werkte. Dat – die relatief simpele, innovatieve manier van denken – vonden ze bij de GGZ zo interessant, dat ze het op het hele systeem wilden toepassen.’
Lotte Jacobse: ‘Zo zijn we acht jaar geleden begonnen met de vraag: stel dat we de GGZ (afkorting voor Geestelijk Gezondheidszorg) helemaal opnieuw mogen vormgeven, hoe zou het er dan uit kunnen zien? En hoe kijken we überhaupt naar psychische zorg, en de rol ervan in de maatschappij? De nadruk lag daarbij op de toekomst, niet zozeer op de problemen met wachtlijsten en andere uitdagingen in de huidige zorg. Iedereen voelde dat het anders moest, maar niemand wist precies hoe. Wat we wilden, is onderzoeken hoe het ook anders zou kunnen als we de GGZ opnieuw zouden ontwerpen.
Dat we er vervolgens met een consortium van 11 GGZ instellingen zonder hele heldere probleemstelling – het was ook niet makkelijk om subsidie los te krijgen – ingestapt zijn, is best wel moedig van deze organisaties. Ze hebben zich echt overgegeven aan het ontwerpproces.’
Pionieren
De Boer: ‘Het eerste dat ontwikkeld moest worden was een parapluvisie. Wij hadden dit nog nooit op zo’n niveau gedaan, dus het was behoorlijk pionieren. Samen met ontwerpend onderzoeker Nynke Tromp van de TU Delft hebben we toen twee centrale vragen geformuleerd: hoe ziet de wereld er in 2030 uit? Daarvoor hebben we onderzoek gedaan en allerlei experts geïnterviewd. Hoe wonen, werken, leven mensen in 2030, en waardoor zullen ze mogelijk vastlopen?
En: wat is in essentie een psychisch probleem? Dat verschilt ook met de tijd, in de Middeleeuwen werd het bijvoorbeeld als een straf van god gezien. En tot voor kort werd het vooral als een individueel probleem gezien. Wij kijken er met een andere lens naar: wij zien het als het resultaat van complexe interacties met- en binnen jezelf, anderen, je omgeving en het systeem, de maatschappij zoals die is ingericht – waarin iemand vastloopt.’
Taal is cruciaal
Jacobse: ‘Vervolgens was de vraag: hoe krijgen we dat hele (zorg)systeem in beweging? Dat doen we op allerlei manieren. Letterlijk: door beweging te creëren met workshops, summer schools en andere vormen waarbij we mensen actief bij elkaar brengen en uitwisseling stimuleren (zie ook participatie & co-creatie). Door middel van ontwerpend onderzoek, waarmee we het Redesigning Psychiatry gedachtengoed continu bijschaven en door-ontwikkelen…’
De Boer: ‘‘En via ontwerpprojecten waarmee we aan innovaties in de praktijk werken. Zoals bijvoorbeeld Mentale Gymnastiek, waarin we met scholen onderzoeken hoe we de veerkracht van (systemen rond) kinderen kunnen vergroten, en Mentaal Lokaal, dat erop gericht is om mensen mentaal fit te houden – net zoals het belangrijk is dat mensen fysiek fit blijven.
We zijn erachter gekomen dat taal ontzettend belangrijk is om verandering teweeg te brengen. Dat is bijvangst, maar wel cruciaal. Ja, we geven niet alleen de GGZ opnieuw vorm, maar ook het taalgebruik in de geestelijke gezondheidszorg. Zo praten wij bijvoorbeeld niet meer over een stoornis, maar over vastlopen; dat is neutraler en legt het probleem niet alleen bij het individu.
Die activiteiten, dat onderzoek, de innovaties en ander taalgebruik vormen allemaal stapjes, die ertoe moeten leiden dat we onze doelen voor de toekomstige GGZ bereiken: patronen doorbreken, vermogens ontwikkelen en transities in een mensenleven ondersteunen. Met als ‘hoger’ doel een betrouwbaar, toegankelijk en flexibel GGZ-netwerk.’
Ontwerpen voor de toekomst
De overkoepelende methode (of KEM) die ten grondslag ligt aan de megatransitie is Vision in Design (ViP, Hekkert & Van Dijk, 2011; zie ook visie & verbeelding), dat twee kernuitgangspunten kent: er wordt iets ontworpen voor de toekomst; het domein – in dit geval de geestelijke gezondheidszorg en samenleving – moet worden onderzocht om de toekomstige context te begrijpen en er moet worden gedefinieerd wat het gewenste toekomstbeeld is. En: gedrag, of de mens, staat centraal; het gaat over ontwerpen voor betekenis.
Het model, dat de vorm van een omgekeerde U heeft, begint linksonder op productniveau met het oude product en in dit geval de vraag: wat is de huidige situatie bij de GGZ? Op interactieniveau erboven gaat het over de vraag: hoe wordt de huidige GGZ door mensen ervaren? En tenslotte, op contextniveau: waarom is dit product (de GGZ) ooit ontworpen en past het nog in de wereld van nu?
Dan buigt het model af naar rechts (en naar beneden) en kijkt het naar de toekomst. Op contextniveau: hoe ziet de toekomstige wereld eruit? Op interactieniveau: hoe zou de toekomstige GGZ door mensen ervaren moeten worden gezien de waarden die we belangrijk vinden? En op productniveau: hoe zou de toekomstige GGZ eruit komen te zien?
Drie ontwerpniveaus van het ViP model. Bron: Vision in Design, Hekkert & van Dijk.
Nieuwe betekenis
Jacobse licht toe: ‘In het klassieke productontwerpen voldoet een oud product niet meer en maak je een nieuw, beter product. Maar het is zonde om de vroegere en toekomstige context (het waarom) en interactie (het hoe) van het product niet uit te diepen, omdat je dan niet goed begrijpt wat de werkelijke functie ervan in het grotere geheel is. Het kan ook gebeuren dat een nieuw product niet zo heel veel anders wordt dan het oude, maar dan is wel bewezen dat iets toekomstbestendig is. Innovatie betekent voor ons het creëren van nieuwe betekenisvolle producten, diensten of beleid. Dat hoeft er niet per se toe te leiden dat al het bestaande op de schop moet, we willen begrijpen wat van betekenis blijft in de toekomst. Deze methode vormt de rode draad in alle subprojecten en interventies die we ontwikkelen.’
De Boer: ‘Omdat we Vision in Design (ViP) op zo’n hoog systeemniveau hebben toegepast en we om die reden ook een normatief mensbeeld nodig hadden, hebben we er ook filosofen zoals Sander Voerman bij betrokken. Het normatief kader maakt expliciet hoe we naar mensen en de wereld kijken en wat we daarin belangrijk vinden. De individuele waarden die we bij alles als leidraad hanteren zijn: ontwikkeling, waardigheid en ontspanning. En als maatschappelijk waarden: diversiteit, inclusiviteit en compassie (zie ook waardecreatie & opschaling).
Overigens zitten we nu in de fase dat we de transitie naar 2030 aan het vormgeven zijn, en zullen we in toenemende mate ook methoden (KEM’s) uit de transitiekunde nodig hebben.’
Niet in de overlevingsstand
Het idee van het werken met KEM’s door de creatieve industrie, zoals ViP, is dat het innovatie versnelt. Is dat tot nu toe gelukt? Jacobse wijst op het klassieke ontwerpmodel en beargumenteert dat ViP veel toekomstgerichter is. ‘Dus ja. Vanaf het begin is Redesigning Psychiatry niet reactief, maar gericht geweest op een wenselijke toekomst. Daar zijn ontwerpers op zich ook goed in, maar het is ook gelukt om anderen daarin mee te krijgen.’
De Boer beaamt dat: ‘Het is tot nu toe een heel inclusief proces geweest. Dat is ook een kracht van ontwerpen, om toegankelijkheid te creëren. Daarnaast heeft de ontdekking van taal als ontwerpmiddel om verandering teweeg te brengen, ook absoluut bijgedragen aan een snellere transitie.’
Jacobse tenslotte: ‘Wanneer je voor het ‘nu’ ontwerpt is iedereen vaak bezig met eigen belangen, bestaande agenda’s en perspectieven. Met Redesigning Psychiatry werken we aan een gewenst toekomstbeeld, dat werkt heel verbindend. Wij halen mensen tijdelijk uit de overlevingsstand, om vrij te kunnen denken over hoe het anders zou kunnen. Het zou mooi zijn als we de nieuwe GGZ zo kunnen inrichten, dat het toekomstdenken en innovatie vanuit de betekenis voor mensen structureel onderdeel blijven van het systeem. Om opnieuw vastlopen van het systeem te voorkomen.’
Meer weten over dit project?
Bezoek hier de website.